Calicivirus bij katten

Het feline calicivirus (FCV) is een virus dat veel voorkomt in de kattenpopulatie. Enkele symptomen ervan zijn neusafscheiding, tandvleesontsteking en mondzweren.
Young cat sitting on an examination table being checked over by a vet.

Wat is het verschil tussen FCV en FHV?

Het feline calicivirus veroorzaakt FCV, met de gebruikelijke symptomen, zoals:

  • Neusafscheiding
  • Tandvleesontsteking
  • Mondzweren

Het is een 'naakt' virus, wat betekent dat het relatief resistent is in de buitenomgeving en moeilijk te verwijderen is. Na besmetting kan het een paar weken tot wel enkele maanden duren voordat een kat volledig hersteld is.

Het feline herpesvirus (FHV) treft de ogen in de vorm van conjunctivitis en hoornvlieszweren en veroorzaakt daarnaast neusafscheiding.

Deze twee virussen verschillen aanzienlijk, maar er ontstaat wel eens verwarring omdat beide in verband worden gebracht met 'feline coryza'. Deze aandoening wordt gekenmerkt door ooginfecties (conjunctivitis, afscheiding), neusafscheiding en/of mondontsteking en zweren.

Heeft een kitten die lijdt aan FCV last van bijwerkingen?

FCV kan dramatische gevolgen hebben voor katten, met name voor kittens, omdat het hun vermogen om te eten beïnvloedt. Het reukvermogen is belangrijk voor de eetlust van een kat omdat een verstopte neus ertoe kan leiden dat een kat niet wil eten, terwijl pijnlijke wondjes in de mond ook een reden kunnen zijn om niet te eten.

Hoe wordt FCV verspreid?

FCV wordt op de volgende manieren verspreid:

  • Rechtstreeks van de ene kat naar de andere
  • Via mensen die katten aaien en hun handen niet wassen

Voorwerpen die dagelijks in contact komen met een besmette kat, zoals voedselkommen, kooien en borstels, moeten ook regelmatig worden schoongemaakt om de verspreiding van de besmetting tegen te houden.

Kan mijn kitten worden blootgesteld aan FCV wanneer hij contact komt met andere katten?

Uw kitten kan worden blootgesteld aan het virus wanneer hij in contact komt met andere katten die ogenschijnlijk gezond zijn.

Een dier dat geen tekenen van ziekte vertoont, kan evengoed drager van bepaalde ziekten zijn, met inbegrip van het feline calicivirus. Deze gezonde drager kan een risico vormen voor andere leden van de kattengemeenschap, met name voor kittens.

Wordt mijn kitten ooit beter als hij het feline calicivirus oploopt?

Er bestaan verschillende stammen van het feline calicivirus. Dit betekent dat een kat in de loop van zijn leven verschillende keren kan worden besmet, net zoals mensen keer op keer verkouden kunnen worden.

Het is een veel voorkomende misvatting dat katten nooit van het FCV afkomen wanneer ze eenmaal zijn besmet. In werkelijkheid bestaat de kans dat een gevoelig dier bij de eerste besmetting niet eens symptomen ontwikkelt. Na deze fase is het lichaam enkele weken tot meerdere maanden bezig om zich te ontdoen van het virus, maar in de meeste gevallen herstelt de kat uiteindelijk. Dit is geldt vooral voor katten die alleen wonen en niet opnieuw worden besmet.

Bij katten die samen leven, is het probleem dat virus circuleert en dat katten constant opnieuw worden besmet (hetzij via contact met andere katten, hetzij via de besmette omgeving, aangezien virus resistent is in de externe omgeving).

Onthoud altijd: een kat die alleen woont en is besmet met het calicivirus ontdoet zich doorgaans volledig van het virus over een periode van een paar weken tot een paar maanden.

Hoe kan ik voorkomen dat mijn kitten het feline calicivirus oploopt?

Als u ervoor zorgt dat uw kitten wordt gevaccineerd, helpt dit om besmettelijke ziekten als FCV te voorkomen. Sommige vaccinaties zijn verplicht, terwijl andere slechts worden aanbevolen. De laatste kan afhankelijk zijn van de locatie, leeftijd, levensstijl en immuunstatus van uw kitten of kat.

De volgende vaccinaties zijn de belangrijkste aanbevolen vaccinaties voor kittens:

  • Feline calicivirus (FCV)
  • Feline panleukopenievirus (FPV)
  • Feline herpesvirus (FHV-1)
  • Rabiësvirus (RV)

Vaccinaties zijn het meest effectief wanneer ze op vaste datums worden gegeven met boostervaccinaties op specifieke momenten.

Wanneer moet mijn kitten worden gevaccineerd?

De eerste vaccinaties moeten beginnen tussen zeven en negen weken na de geboorte. Overleg met uw dierenarts. Deze is in staat het risicoprofiel van uw kat te beoordelen en te bepalen op welke leeftijd uw kat het beste kan worden gevaccineerd.

Staande volwassen Maine Coon in zwart-wit op een witte achtergrond

Een dierenarts zoeken

Als u zich zorgen maakt over de gezondheid van uw kat, kunt u het beste een dierenarts om deskundig advies vragen.

Voeding op maat voor jouw kitten

Voedingsformules die helpen bij het opbouwen van de natuurlijke afweer van jouw kitten, die bijdragen aan een gezonde groei en aan de ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel.

Deze pagina delen