Vaccinaties voor honden: wat doen ze precies?

Als hondeneigenaar gun je je maatje natuurlijk een goede gezondheid. Vaccinaties (inentingen) kunnen daarbij helpen. Ze kunnen helpen om je hond te beschermen tegen gevaarlijke hondenziekten. Sommige van deze ziekten zijn bovendien niet alleen gevaarlijk voor honden, maar ook voor mensen.

Door je hond te laten vaccineren, help je bij het terugdringen van deze ziekten. Niet alleen goed voor jou en je hond, maar ook voor de gezondheid van andere honden en mensen om jullie heen.

Article

Reading time5 min.
Nova Scotia duck tolling retriever die geniet van een roadtrip

Hoe vaccinaties het immuunsysteem van je hond kunnen versterken

Vaccinaties kunnen je hond helpen beschermen tegen gevaarlijke ziekten die worden veroorzaakt door virussen en bacteriën. Of je nu een jonge puppy hebt of een oudere hond, vaccinaties kunnen deel uitmaken van de preventieve zorg voor je huisdier.

Als puppy's worden geboren is hun immuunsysteem (afweersysteem) nog niet goed ontwikkeld. Gelukkig krijgen ze bij het drinken van de eerste moedermelk, beschermende antistoffen (afweerstoffen) binnen. Maar: in de weken en maanden daarna, verdwijnen deze antistoffen langzaam weer. Hoe snel dat gebeurt, is verschillend per pup.

Je puppy heeft daarom meerdere vaccinaties nodig, om zelf een goede bescherming op te bouwen. Want zijn er nog veel antistoffen van de moederhond aanwezig op het moment van de eerste vaccinatie? Dan bouwt je puppy misschien zelf nog geen goede bescherming op. Bij een volgende vaccinatie, is de kans groter dat het wél lukt. Toch wordt meestal al jong begonnen met vaccinaties, omdat sommige puppy's de antistoffen van hun moeder al vroeg verliezen. Op deze manier is de kloof tussen de afweerstoffen van de moeder en het opbouwen van hun eigen bescherming, zo klein mogelijk.

Dierenarts die een injectie geeft aan een hond in de kliniek

De voordelen van vaccinaties voor je hond

Vaccinaties helpen je hond om minder vatbaar te worden voor een aantal gevaarlijke, besmettelijke hondenziekten. Hoe werkt dat precies? Bij de vaccinatie worden dode of verzwakte ziekteverwekkers in het lichaam van je hond gebracht. Je hond wordt er niet ziek van, maar zijn immuunsysteem wordt wél 'getraind' om deze ziekteverwekker te herkennen en onschadelijk te maken. Komt je hond later in contact met de echte ziekteverwekker? Dan kan het immuunsysteem hier meteen op reageren. Dit helpt voorkomen dat je hond ziek wordt. Vaccinatie vergroot daarmee ook de kans op een langere levensduur en een betere kwaliteit van leven.

Bovendien zijn de kosten van vaccinatie veel lager dan de kosten van de behandeling als je hond één van deze gevaarlijke ziekten krijgt.

Tot slot, helpt elke gevaccineerde hond mee om te voorkomen dat andere honden - en voor sommige ziekten ook mensen - ziek worden door besmettelijke hondenziekten.

Kernvaccinaties: welke vaccinaties zijn het meest belangrijk voor honden?

Welke vaccinaties je hond precies nodig heeft, hangt van veel dingen af. Denk aan de leeftijd, leefstijl, gezondheid en eerdere vaccinaties van je hond. Ook de plaats waar je woont of naartoe reist met je hond speelt mee. Je dierenarts geeft je daarom advies op maat, wat bij de situatie van jouw hond past.

Sommige vaccinaties worden kernvaccinaties genoemd door de WSAVA (World Small Animal Veterinary Association). Kernvaccinaties zijn de meest belangrijke vaccinaties voor honden, vanwege de grote risico's van deze ziekten. Deze vaccinaties beschermen tegen:

 

Aanvullende vaccinaties voor honden

Naast de kernvaccinaties, zijn er aanvullende vaccinaties mogelijk. Deze zal je dierenarts afstemmen op de leefstijl en andere risico's die voor jouw hond gelden.

Aanvullende vaccinaties voor honden kunnen zijn:

Handen van dierenarts geven injectie aan een kleine puppy

Wanneer krijgen honden hun vaccinaties?

Overleg met je dierenarts voor een vaccinatieplan op maat voor jouw hond. Wanneer je hond welke vaccinaties nodig heeft, hangt af van de leeftijd, gezondheid en leefstijl. Ook maakt uit, waar je woont of waar je naartoe reist met je hond.

Puppy’s krijgen meestal hun eerste vaccinatie als ze zes tot acht weken oud zijn. Je puppy is pas goed beschermd als als hij alle aangeraden vaccinaties heeft gehad. Dit duurt een paar maanden. De tijd dat je puppy zijn vaccinaties krijgt, is ook de tijd dat hij leert omgaan met andere mensen en dieren (socialisatie). Het is belangrijk om goed voor de gezondheid van je puppy te zorgen, maar een goede socialisatie is minstens net zo belangrijk.

Laat je puppy het liefst kennismaken met gevaccineerde honden en puppy's.

 

Vaccinatieschema voor puppy's: voorbeeld voor de kernvaccinaties

Dit schema is een voorbeeld. Het daadwerkelijke vaccinatieschema wordt op maat gemaakt door je dierenarts. Het vaccinatieschema voor puppy's bevat in elk geval vaccinaties tegen hondenziekte, parvo en besmettelijke leverziekte:

6 weken oud

Eerste vaccinatiemoment

8-9 weken oud

Tweede vaccinatiemoment

12-13 weken oud

Derde vaccinatiemoment

Heeft je hond een groot risico om besmet te raken, bijvoorbeeld met het parvovirus? Dan kan je dierenarts adviseren om de vaccinaties nog vaker te herhalen, op een vierde of zelfs vijfde vaccinatiemoment. Als je hond tussen de 6 en 12 maanden oud is zullen de meeste puppyvaccinaties nogmaals herhaald worden.

De vaccinatie tegen hondsdolheid kan worden gegeven vanaf een leeftijd van 12 weken. Daarna kan het per vaccin verschillen wanneer deze herhaald moet worden. Vaccinatie tegen hondsdolheid is verplicht voor honden die reizen naar het buitenland.

Vaccinatieschema voor volwassen honden: voorbeeld voor de kernvaccinaties

Vaccinaties tegen hondenziekte, parvo en besmettelijke leverziekte: Na de puppyvaccinaties worden ze meestal op éénjarige leeftijd herhaald. Vervolgvaccins worden om de één tot drie jaar aanbevolen, afhankelijk van het gebruikte vaccin en het advies van je dierenarts.

Het is voor sommige ziekten mogelijk om jaarlijks een bloedonderzoek te doen naar de hoeveelheid antistoffen in het bloed. Om daar het vaccinatieschema op aan te passen. Dit wordt titeren genoemd. Overleg met je dierenarts over de voor- en nadelen van titeren.

Vaccinatie tegen hondsdolheid: Vaccinatie tegen hondsdolheid: Na de eerste vaccinatie wordt deze elke één tot drie jaar herhaald. Dat hangt af van het type hondsdolheidvaccin dat wordt gebruikt.

Wat als je de vaccinatiegeschiedenis van je hond niet weet?

Heb je een hond met een onbekende voorgeschiedenis geadopeerd of gekocht? Dan is het goed om allereerst een gezondheidscontrole te laten doen door je dierenarts. Ook zal je dierenarts met je bespreken welke vaccinaties je hond nodig heeft.  

Meestal worden sowieso de kernvaccinaties gegeven en na 3 tot 4 weken herhaald voor een goede basis. De aanvullende vaccinaties zijn ook in dit geval afhankelijk van de specifieke situatie van jouw hond.

Onthoud dat vaccinatieschema's voor honden kunnen verschillen. Regelmatige gezondheidscontroles bij de dierenarts, helpen bovendien om problemen eerder te ontdekken en te kunnen behandelen.

Zwart met bruine hond die omhoog kijkt

Welke bijwerkingen kan je hond hebben na een vaccinatie?

Vaccinaties zijn uitgebreid onderzocht op hun veiligheid en werking voordat ze door dierenartsen gebruikt mogen worden. Maar zoals met alle medicijnen, is er een kans dat je hond bijwerkingen ervaart. De meeste bijwerkingen gaan vanzelf weer over.

Bijwerkingen die kunnen voorkomen na een vaccinatie:

  • Plaatselijke zwelling en pijn: Lichte zwelling, roodheid of pijn op de plaats van de prik, komt regelmatig voor en verdwijnt meestal vanzelf.
  • Lichte koorts: Sommige honden krijgen kort na de vaccinatie een lichte koorts. Dit is een natuurlijke reactie van het afweersysteem. Meestal is het onschuldig en gaat het vanzelf over.
  • Sloomheid: Meestal is dit van korte duur. Het zou binnen ongeveer een dag moeten verdwijnen.
  • Minder eetlust: Meestal gaat dit snel over.
  • Niezen en licht hoesten: Dit kan onder andere gebeuren na een neusdruppelvaccin (Bordetella bronchiseptica) en verdwijnt meestal binnen 1 tot 2 dagen.
  • Gewrichtspijn: Sommige honden kunnen tijdelijk wat last hebben van gewrichtspijn of stijfheid na bepaalde vaccinaties. Dit gaat meestal vanzelf over en veroorzaakt geen problemen op de lange termijn.
  • Allergische reactie: Heel soms krijgt een hond een allergische reactie op bepaalde stoffen in het vaccin. Tekenen van een allergische reactie zijn onder andere: zwelling van de kop, bultjes op het lichaam (netelroos) en ademhalingsproblemen. Ook overgeven en diarree is mogelijk. Allergische reacties kunnen ernstig zijn. Je dier heeft direct hulp nodig van een dierenarts.

Het grootste deel van de honden ervaart geen bijwerkingen na een vaccinatie. Maar merk je bij jouw hond wel klachten? Dan is het altijd goed om contact op te nemen met je dierenarts.

Natuurlijk wil je dat jouw maatje een lang, gezond en gelukkig hondenleven kan leiden. Door je hond te laten vaccineren, geef je hem de best mogelijke bescherming tegen gevaarlijke hondenziekten. Samen met je dierenarts kun je bespreken welke vaccinaties het beste passen bij jouw hond. Het vaccinatieschema wordt helemaal afgestemd op de gezondheid, leeftijd en leefstijl van jouw trouwe viervoeter.

Gerelateerde artikelen

labradorpuppy ​​die slaapt in de armen van een dierenarts

Het eerste bezoek aan de dierenarts met je puppy

Lees verder
Golden retrieverpuppy

Alles over puppy's: jouw onmisbare puppygids

Lees verder

Deze pagina delen