Vaccinaties voor honden: wat doen ze precies?
Als hondeneigenaar gun je je maatje natuurlijk een goede gezondheid. Vaccinaties (inentingen) kunnen daarbij helpen. Ze kunnen helpen om je hond te beschermen tegen gevaarlijke hondenziekten. Sommige van deze ziekten zijn bovendien niet alleen gevaarlijk voor honden, maar ook voor mensen.
Door je hond te laten vaccineren, help je bij het terugdringen van deze ziekten. Niet alleen fijn voor jou en je hond, maar ook voor de gezondheid van andere honden en mensen om jullie heen.
Article

Hoe vaccinaties het immuunsysteem van je hond kunnen versterken
Vaccinaties kunnen je hond helpen beschermen tegen gevaarlijke ziekten die worden veroorzaakt door virussen en bacteriën. Of je nu een jonge puppy hebt of een oudere hond, vaccinaties kunnen deel uitmaken van de preventieve zorg voor je huisdier.
Als puppy's worden geboren is hun afweersysteem nog niet goed ontwikkeld. Gelukkig krijgen ze bij het drinken van de eerste moedermelk, beschermende antistoffen (afweerstoffen) binnen. Maar: in de weken en maanden daarna, verdwijnen deze antistoffen langzaam weer. Hoe snel dat gebeurt, is verschillend per pup.
Je puppy heeft daarom meerdere vaccinaties nodig, om zelf een goede bescherming op te bouwen. Want zijn er nog veel antistoffen van de moederhond aanwezig op het moment van de eerste vaccinatie? Dan bouwt je puppy misschien zelf nog geen goede bescherming op. Bij een volgende vaccinatie, is de kans groter dat het wél lukt. Toch wordt meestal al jong begonnen met vaccinaties, omdat sommige puppy's de antistoffen van hun moeder al vroeg verliezen. Op deze manier is de kloof tussen de afweerstoffen van de moeder en het opbouwen van hun eigen bescherming, zo klein mogelijk.

De voordelen van het vaccineren van je hond
Vaccinaties helpen je hond om minder vatbaar te worden voor een aantal gevaarlijke, besmettelijke hondenziekten. Hoe werkt dat precies? Bij de vaccinatie worden dode of verzwakte ziekteverwekkers in het lichaam van je hond gebracht. Je hond wordt er niet ziek van, maar zijn afweersysteem wordt wél 'getraind' om deze ziekteverwekker te herkennen en onschadelijk te maken.
Komt je hond later in contact met de echte ziekteverwekker? Dan kan het afweersysteem hier meteen op reageren. Dit helpt voorkomen dat je hond ziek wordt. Vaccinatie vergroot daarmee ook de kans op een langere levensduur en een betere kwaliteit van leven.
Bovendien zijn de kosten van vaccinatie veel lager dan de kosten van de behandeling als je hond één van deze gevaarlijke ziekten krijgt.
Tot slot, helpt elke gevaccineerde hond mee om te voorkomen dat andere honden - en voor sommige ziekten ook mensen - ziek worden door besmettelijke hondenziekten.
Kernvaccinaties: welke vaccinaties zijn het meest belangrijk voor honden?
Welke vaccinaties je hond precies nodig heeft, hangt van veel dingen af. Denk aan de leeftijd, leefstijl, gezondheid en eerdere vaccinaties van je hond. Ook de plaats waar je woont of naartoe reist met je hond speelt mee. Je dierenarts geeft je daarom advies op maat, wat bij de situatie van jouw hond past.
Sommige vaccinaties worden kernvaccinaties genoemd door de WSAVA (World Small Animal Veterinary Association). Kernvaccinaties zijn de meest belangrijke vaccinaties voor honden, vanwege de grote risico's van deze ziekten. Deze vaccinaties beschermen tegen:
Hondenziekte is een zeer besmettelijke virusziekte. De ziekte geeft maagdarmklachten zoals overgeven en diarree. Daarnaast kan de ziekte ook problemen geven in de luchtwegen en het zenuwstelsel.
Het canine parvovirus is erg besmettelijk en vaak dodelijk. Het virus beschadigt onder andere het maagdarmkanaal, wat tot hevige bloederige diarree kan leiden. Het virus overleeft lang in de omgeving, wat het bestrijden van de ziekte moeilijk maakt.
Dit virus kan ontsteking van de lever (hepatitis) en luchtwegproblemen veroorzaken bij honden.
Rabiës (hondsdolheid) is een dodelijke virusziekte die het zenuwstelsel beschadigt. Bovendien is het een zoönose. Dit betekent, dat dieren de ziekte op mensen kunnen overdragen. Vaccinatie tegen rabiës is verplicht als je met je hond naar het buitenland gaat. Of als je een hond vanuit het buitenland wil meenemen naar Nederland.
Aanvullende vaccinaties voor honden
Naast de kernvaccinaties, zijn er aanvullende vaccinaties mogelijk. Deze zal je dierenarts afstemmen op de leefstijl en andere risico's die voor jouw hond gelden.
Aanvullende vaccinaties voor honden kunnen zijn:
De bacterie Bordetella bronchiseptica is één van de mogelijke oorzaken van de zeer besmettelijke 'kennelhoest'. Komt jouw hond veel in contact met andere honden? Dan wordt deze vaccinatie vaak aangeraden. Vaccinatie tegen bordetella bronchiseptica is meestal verplicht voor deelname aan een hondenshow, hondencursus, uitlaatservice of verblijf in een pension.
De ziekte van Weil wordt veroorzaakt door verschillende soorten Leptospira-bacteriën. Je hond kan ziek worden door contact met besmette dieren. Maar ook door contact met besmette waterbronnen, zoals sloten en vijvers. De ziekte van Weil is een zoönose: de ziekte kan op mensen worden overgedragen. In Nederland wordt de vaccinatie tegen de belangrijkste Leptospira-soorten, meestal jaarlijks gegeven.
Het para-influenzavirus bij honden is één van de ziekteverwekkers die 'kennelhoest' kunnen veroorzaken. Dit vaccin kan onderdeel zijn van de kernvaccinaties.
Het is mogelijk om honden te vaccineren tegen de ziekte van Lyme. Dit is een ziekte die kan worden overgedragen door teken. En wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Vergeleken met mensen, lijken honden een kleinere kans te hebben om er ziek van te worden. Maar sommige rassen, lijken gevoeliger dan andere. Overleg met je dierenarts of deze vaccinatie voor jouw hond zinvol zou kunnen zijn. Een goede tekenbestrijding, helpt natuurlijk ook om het risico op de ziekte van Lyme te verkleinen.

Wanneer krijgen honden hun vaccinaties?
Overleg met je dierenarts voor een vaccinatieplan op maat voor jouw hond. Wanneer je hond welke vaccinaties nodig heeft, hangt af van de leeftijd, gezondheid en leefstijl. Ook maakt uit, waar je woont of waar je naartoe reist met je hond.
Puppy’s krijgen meestal hun eerste vaccinatie als ze zes tot acht weken oud zijn. Je puppy is pas goed beschermd als hij alle aangeraden vaccinaties heeft gehad. Dit duurt een paar maanden. De tijd dat je puppy zijn vaccinaties krijgt, is ook de tijd dat hij leert omgaan met andere mensen en dieren (socialisatie). Het is belangrijk om goed voor de gezondheid van je puppy te zorgen, maar een goede socialisatie is minstens net zo belangrijk.
Laat je puppy het liefst kennismaken met gevaccineerde honden en puppy's.
Vaccinatieschema voor puppy's: voorbeeld voor de kernvaccinaties
Dit schema is een voorbeeld. Het daadwerkelijke vaccinatieschema voor jouw puppy wordt op maat gemaakt door je dierenarts. Het vaccinatieschema voor puppy's bevat in elk geval vaccinaties tegen hondenziekte, parvo en besmettelijke leverziekte.
6 weken oud
Eerste vaccinatiemoment
8-9 weken oud
Tweede vaccinatiemoment
12-13 weken oud
Derde vaccinatiemoment
Heeft je hond een groot risico om besmet te raken, bijvoorbeeld met het parvovirus? Dan kan je dierenarts adviseren om de vaccinatie tegen het parvovirus nog vaker te herhalen, op een vierde of zelfs vijfde vaccinatiemoment. Als je hond tussen de 6 en 12 maanden oud is zullen de meeste puppyvaccinaties nogmaals herhaald worden.
De vaccinatie tegen hondsdolheid kan worden gegeven vanaf een leeftijd van 12 weken. Daarna kan het per vaccin verschillen wanneer deze herhaald moet worden. Vaccinatie tegen hondsdolheid is verplicht voor honden die reizen naar het buitenland.
Vaccinatieschema voor volwassen honden: voorbeeld voor de kernvaccinaties
Vaccinaties tegen hondenziekte, parvo en besmettelijke leverziekte: Na de puppyvaccinaties worden deze meestal herhaald als je hond één jaar is. Vervolgvaccins worden om de één tot drie jaar aanbevolen, afhankelijk van de gebruikte vaccins en het advies van je dierenarts.
Het is voor sommige ziekten mogelijk om bloedonderzoek te doen naar de hoeveelheid antistoffen in het bloed. Om daar het vaccinatieschema op aan te passen. Dit wordt titeren genoemd. Overleg met je dierenarts over de voor- en nadelen van titeren.
Vaccinatie tegen hondsdolheid: Na de eerste vaccinatie wordt deze elke één tot drie jaar herhaald. Dat hangt af van het type hondsdolheidvaccin dat wordt gebruikt.
Wat als je de vaccinatiegeschiedenis van je hond niet weet?
Heb je een hond met een onbekende voorgeschiedenis geadopeerd of gekocht? Dan is het goed om allereerst een gezondheidscontrole te laten doen door je dierenarts. Ook zal je dierenarts met je bespreken welke vaccinaties je hond nodig heeft.
Meestal worden sowieso de kernvaccinaties gegeven en na 3 tot 4 weken herhaald voor een goede basis. De aanvullende vaccinaties zijn ook in dit geval afhankelijk van de specifieke situatie van jouw hond.
Onthoud dat vaccinatieschema's voor honden kunnen verschillen. Regelmatige gezondheidscontroles bij de dierenarts, helpen bovendien om problemen eerder te ontdekken en te kunnen behandelen.
Kunnen vaccinaties bij honden bijwerkingen geven?
Vaccinaties zijn uitgebreid onderzocht op hun veiligheid en werking voordat ze door dierenartsen gebruikt mogen worden. Maar zoals met alle medicijnen, is er een kans dat je hond bijwerkingen ervaart. De meeste bijwerkingen gaan vanzelf weer over.
Heeft je hond klachten na de vaccinatie waar je je zorgen over maakt? Dan is het altijd goed om contact op te nemen met je dierenarts. Bijwerkingen die kunnen voorkomen na een vaccinatie:
- Plaatselijke zwelling en pijn: Lichte zwelling, roodheid of pijn op de plaats van de prik, komt regelmatig voor en verdwijnt meestal vanzelf.
- Lichte koorts: Sommige honden krijgen kort na de vaccinatie een lichte koorts. Dit is een natuurlijke reactie van het afweersysteem. Meestal is het onschuldig en gaat het vanzelf over.
- Sloomheid: Meestal is dit van korte duur. Het zou binnen ongeveer een dag moeten verdwijnen.
- Verminderde eetlust: Dit verdwijnt meestal binnen een dag of zo.
- Niezen en licht hoesten: Dit kan onder andere gebeuren na een neusdruppelvaccin (Bordetella bronchiseptica) en verdwijnt meestal binnen 1 tot 2 dagen.
- Gewrichtspijn: Sommige honden kunnen tijdelijk wat last hebben van gewrichtspijn of stijfheid na bepaalde vaccinaties. Dit gaat meestal vanzelf over en veroorzaakt geen problemen op de lange termijn.
- Allergische reacties: Heel soms krijgt een hond een allergische reactie op bepaalde stoffen in het vaccin. Tekenen van een allergische reactie zijn onder andere: zwelling van de kop, bultjes op het lichaam (netelroos) en ademhalingsproblemen. Ook overgeven en diarree is mogelijk. Allergische reacties kunnen ernstig zijn. Je dier heeft direct hulp nodig van een dierenarts.
Gelukkig worden vaccinaties uitgebreid onderzocht op hun werking en veiligheid. Het grootste deel van de honden ervaart geen bijwerkingen na een vaccinatie. Maar merk je bij jouw hond wel klachten? Dan is het altijd goed om contact op te nemen met je dierenarts.
Natuurlijk wil je dat jouw maatje een lang, gezond en gelukkig hondenleven kan leiden. Door je hond te laten vaccineren, geef je hem de best mogelijke bescherming tegen gevaarlijke hondenziekten. Samen met je dierenarts kun je bespreken welke vaccinaties het beste passen bij jouw hond. Het vaccinatieschema wordt helemaal afgestemd op de gezondheid, leeftijd en leefstijl van jouw trouwe viervoeter.
Gerelateerde artikelen
Het eerste bezoek aan de dierenarts met je puppy
Alles over puppy's: jouw onmisbare puppygids
Like & deel deze pagina